Op een - in het Broek gelegen- terrein van 2 ha 67 a en 52 ca bouwde Rosmeulen een indrukwekkend fabrieksgebouw nabij het station langs de spoorweg dat één van de eerste bouwerken in gewapend beton in België was.
De plannen van de fabriek werden ontworpen door Florent Rosmeulen zelf samen met zijn eerste schoonzoon Ernst Bels.
Architect Legard van Verviers zorgde verder voor de technische uittekening.
Het werd een indrukwekkend gebouw, met een voorgevel van 200 m en langs de achterzijde verbonden met de spoorweg.
Teneinde het gebouw steveig te grondvesten - want het werd opgetrokken in een moerassig gebied - werden per heipaal - pien Franq - telkens 4 eiken boomstammen verankerd, zodat het hele conplex geschaagd werd door 700 boomstammen.
In de buitenmuren waren 2 luchtschaten voorzien.
Oorspronkelijk waren er 2 verdiepingen, maar door de afschaffing van de kinderarbeid, werd deze verdieping gesloopt.
Het toren gebouw telt 5 verdiepingen.
Regenwater werd in waterreservoirs onder het dak opgevangen om - via winingsverdeelsysteem - het hele gebouw van stromend water te voorzien.
Overtollig en gebruikt water werd afgevoerd in een rond het gebouwencomplex aangebrachte gracht.
De oorsproinkelijke deuren en vensters waren in eikenhout uitgevoerd.
Van de straatkant werd een conciërcewoning op getrokken met een onregelmatige achthoek als grondplan en bestaande uit 5 verdiepingen.
In 1984 - nadat het bedrijf met tegenslagen te kampen kreeg -
